
Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2025
Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2025
Vanaf 2007 geldt er in de gemeente Stadskanaal een coffeeshopbeleid. Het coffeeshopbeleid van Stadskanaal bevat de lokale uitwerking van het landelijke cannabisbeleid. Dit beleid heeft primair tot doel het reguleren in het gebruik van en de handel in softdrugs, om daarmee de effecten voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat in de gemeente beheersbaar te houden.
Het coffeeshopbeleid wordt vastgesteld door de burgemeester in afstemming met de lokale driehoek. Ook is het beleid afgestemd in het fractievoorzittersoverleg van de fracties in de gemeenteraad en is de raad hierover geïnformeerd.
Het coffeeshopbeleid van de gemeente Stadskanaal is voor het laatst herzien in 2014.
De landelijke ontwikkelingen en de aanpak van overlast is aanleiding geweest om het huidige coffeeshopbeleid te actualiseren. Tegelijkertijd is ook gekeken naar andere ontwikkelingen die van invloed zijn op het beleid. Dit heeft geleid tot de volgende belangrijkste wijzigingen van het beleid:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Hoofdstuk 2 Doelstellingen coffeeshopbeleid
De doelstellingen van het coffeeshopbeleid van de gemeente Stadskanaal zijn:
- -
- -
- -
- -
Het beleid sluit aan bij de landelijke kaders en ondersteunt de landelijke doelstellingen
- -
- -
- -
- -
Om aan te sluiten bij de landelijke doelen met betrekking tot het verminderen van criminaliteit, zorg te dragen voor een veilige omgeving en ervoor te zorgen dat minderjarigen niet in de gelegenheid worden gesteld drugs te kopen, is passende handhaving noodzakelijk. Toezicht en handhaving zullen vanuit de gemeente bestuursrechtelijk worden ingevuld. Controle zal minimaal tweemaal per half jaar plaatsvinden, de frequentie van controle kan worden verhoogd als daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld naar aanleiding van signalen en of meldingen inzake overlast of naar aanleiding van eerdere overtredingen . Handhaving op criminele activiteiten wordt uitgevoerd door de politie en krijgt een eventueel vervolg door het openbaar ministerie. We hebben op regelmatige basis structurele afspraken met hen staan om ontwikkelingen te bespreken en hier waar nodig gevolg aan te geven. Deze afspraken vinden ook plaats met jongerenwerk, buurt- en opbouwwerk en handhaving. Op deze wijze verbinden we preventie en handhaving, wat elkaar door het delen van signalen kan versterken. Dit wordt nader uitgewerkt in het ‘preventie en handhavingsplan alcohol en middelen’, welke in 2025 zal worden vastgesteld.
In Stadskanaal vinden we het noodzakelijk dat sprake is van adequate preventie. We willen afhankelijkheid van middelen in algemene zin tegengaan en het is hiervoor van belang om jeugdigen, adolescenten en volwassenen op een juiste manier te informeren over het gebruik van middelen. We zullen daarom onder andere op scholen voorlichting bieden en ouders betrekken. Dit zullen we verder uitwerken in het ‘preventie en handhavingsplan alcohol en middelen’, welke uiterlijk mei 2025 zal worden vastgesteld.
Exploitatievergunning en gedoogverklaring
De aanwezigheid en exploitatie van een coffeeshop wordt mogelijk gemaakt door een af te geven exploitatievergunning in de zin van artikel 2:19 APV met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring. Voor de gedoogverklaring hoeft geen aanvraag te worden ingediend. De gedoogverklaring wordt bij verlening van de exploitatievergunning ambtshalve verstrekt aan de vergunninghouder.
De exploitatievergunning met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring wordt slechts voor één (1) coffeeshop verleend en is daarmee een schaars goed. Daarom worden de exploitatievergunning en gekoppelde gedoogverklaring, met inachtneming van de daarover gegeven jurisprudentie van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, slechts voor een bepaalde tijd verleend en wordt bovendien verleend voor beperkte duur.
De noodzaak om te komen tot de invoering van een exploitatievergunning met gedoogverklaring voor beperkte duur, die ook qua aantal is beperkt tot één, is ingegeven door een dwingende reden van algemeen belang: de behoefte de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid te waarborgen. Door de beperking van de duur van de exploitatievergunning heeft de burgemeester een vast toetsingsmoment om te beoordelen of een vergunning opnieuw verleend zal worden, of dat - gelet op het belang van de openbare orde- een vergunningverlening niet langer wenselijk is. De beperking van het aantal vergunningen tot één, is met name ingegeven om het risico van straathandel met de daarmee samenhangende criminaliteit te minimaliseren. Zodoende is ook in artikel 5 opgenomen, dat deze beperking is ingegeven door een dwingende reden van algemeen belang: de behoefte de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid te waarborgen. Deze beperking van het aantal beschikbare vergunningen leidt er vervolgens toe dat sprake is van een schaars publiek recht bestaande uit een exploitatievergunning met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring voor een coffeeshop, wat eveneens de beperkte duur van de exploitatievergunning met daaraan verbonden gedoogverklaring, rechtvaardigt. Op grond van de rechtspraak en de huidige wet- en regelgeving (met name de Europese Dienstenrichtlijn, die is omgezet in de Dienstenwet als ook het nationale gelijkheidsbeginsel zoals in dit verband is erkend in de uitspraak van de Afdeling van 2 november 2016 (Speelautomatenhal Vlaardingen, ECLI:NL:RVS:2016:2927)), dient het uitgangspunt daarbij te zijn dat schaarse rechten op transparante wijze worden verdeeld waarbij iedere potentiële aanvrager gelijke kansen heeft.
Bij het verdelen van de schaarse exploitatievergunning en de daaraan gekoppelde gedoogverklaring gelden specifieke normen. Er moet voor alle gegadigden:
- -
- -
- -
Hiertoe is door de burgemeester de Aanvraag- en verdelingsprocedure coffeeshop opgesteld, zoals vastgesteld in bijlage II. De burgemeester zal deze procedure bij de selectie van de exploitant toepassen.
De verplichting tot cannabisvoorlichting wordt als voorwaarde gesteld bij het verkrijgen van een exploitatievergunning/gedoogverklaring. Preventieve interventies voor het verantwoord omgaan met het cannabisgebruik, het informeren over de risico’s van dat gebruik en het in een vroeg stadium signaleren van problemen of doorverwijzen naar hulpverlening is van groot belang bij het tegengaan van middelenverslaving. Coffeeshophouders hebben daar een grote mate van verantwoordelijkheid in. Al het personeel van de coffeeshop is verplicht en training te volgen als het gaat om het informeren van bezoekers over middelenmisbruik, gezondheidsrisico’s en het herkennen van problematisch gebruik.
Hoofdstuk 3 Regels voor een coffeeshop
- •
- •
Coffeeshop: een alcoholvrij horecabedrijf waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, verstrekking van softdrugs kan plaatsvinden. De coffeeshop kan ook de functie van ontmoetings- en ontspanningsruimte en gebruiksruimte voor het gebruik van softdrugs hebben.
- •
- •
- •
- •
- •
Artikel 3. Exploitatievergunning / gedoogverklaring
- 1.
- 2.
Aan de exploitatievergunning / gedoogverklaring worden nadere voorwaarden verbonden die toezien op het omgevingsbeheer en op medewerking aan het verlenen van informatie over de risico’s van middelengebruik. Ook de AHOJGI-criteria en de aanvullende (lokale) voorschriften worden in de exploitatievergunning / gedoogverklaring opgenomen.
Voorafgaand aan het verlenen van een exploitatievergunning/gedoogverklaring wordt het instrumentarium van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur (Wet Bibob), door het openbaar bestuur conform het daarvoor geldende beleid toegepast.
- 1.
In de gemeente Stadskanaal wordt slechts voor één (1) coffeeshop een exploitatievergunning met een daaraan gekoppelde gedoogverklaring verstrekt. Deze beperking is ingegeven door een dwingende reden van algemeen belang: de behoefte de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid te waarborgen.
- 2.
Een exploitatievergunning/gedoogverklaring kan alleen worden verstrekt indien het maximum van één (1) coffeeshop nog niet is bereikt en de aanvrager na het doorlopen van de Aanvraag- en verdelingsprocedure zoals genoemd in bijlage II, voor de exploitatievergunning/gedoogverklaring in aanmerking komt.
- 3.
Artikel 7. Looptijd exploitatievergunning/gedoogverklaring
- 1.
- 2.
De exploitatievergunning/gedoogverklaring als bedoeld in het eerste lid komt tussentijds te vervallen indien het gemeentebestuur op basis van nieuwe wetgeving voortvloeiend uit het landelijk experiment gesloten coffeeshopketen nieuwe bevoegdheden inzake het vergunnen/gedogen van coffeeshops krijgt toegekend en wil gaan toepassen.
Artikel 9. Gedoogcriteria voor coffeeshops (landelijke eisen)
De verkoop van softdrugs wordt door het openbaar ministerie gedoogd als wordt voldaan aan de zogenaamde AHOJGI-criteria:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
Artikel 11. Eisen aan exploitant en leidinggevende(n)
- 1.
- 2.
De exploitant en de leidinggevende(n) moeten voldoen aan de eisen genoemd in artikel 8 eerste en tweede lid van de Alcoholwet. Dit betekent onder andere, maar niet uitsluitend, dat in afwijking van artikel 2.19 lid 4 onder d van de Algemene Plaatselijke Verordening, de minimumleeftijd van exploitant en leidinggevende(n) van een coffeeshop 21 jaar is.
Artikel 12. Bestuurlijke handhaving
- 1.
- 2.
Gezien het bijzondere karakter van een coffeeshop worden er specifieke sancties opgelegd bij het overtreden van de AHOJGI-gedoogcriteria. Overtredingen van deze gedoogcriteria worden beëindigd door het opleggen van een last onder dwangsom of door het toepassen van bestuursdwang in de vorm van een tijdelijke sluiting volgens onderstaande tabel.
De aanwezigheid van of de handel in harddrugs is niet toegestaan. Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten in softdrugs en harddrugs. Wanneer harddrugs worden aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is ook het geval indien aannemelijk is dat deze drugs worden verhandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit buiten medeweten van de exploitant of zijn personeel om gebeurt.
Voor de invulling van het criterium “overlast veroorzaken” is in bijlage I een overzicht opgenomen met indicatoren van overlast die veelal voorkomen bij een coffeeshop. Deze gelden indicatief en dus niet uitsluitend, omdat het niet realistisch is om alle vormen van overlast te omschrijven in een beleidsregel.
Een coffeeshop mag niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan jeugdigen (leeftijdsgrens 18 jaar). De exploitant dient vast te stellen dat degene aan wie hij toegang verleent en degene aan wie hij verkoopt, meerderjarig is. Het tonen van een geldig legitimatiebewijs is een instrument waarmee de exploitant dit kan vaststellen.
Onder “verkooptransactie” wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op dezelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. Hoe de exploitant dit registreert kan onderdeel zijn van diens ondernemingsplan.
Gelet op de jurisprudentie in het strafrecht rond de “achterdeurproblematiek” (aangehouden handelsvoorraad) wordt ervoor gekozen om een onderscheid te maken tussen een handelsvoorraad van 500 – 1000 gram en van 1000 gram of meer.
Alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland kunnen toegang krijgen tot een coffeeshop op vertoon van een geldig legitimatiebewijs. Handhaving van het ingezetenencriterium wordt overigens pas ter hand genomen als objectief wordt vastgesteld dat het bezoek van niet-ingezetenen aan de coffeeshops tot overlast leidt.
- 3.
- 4.
- 5.
Voor de overige overtredingen (zie de Overige lokale eisen als bedoeld in artikel 10 en de Eisen aan exploitant en leidinggevende(n) in artikel 11) kan met een nader te bepalen middel volstaan worden en wordt, met inachtneming van de beginselen van proportionaliteit, eerst een waarschuwing gegeven of een last onder dwangsom opgelegd.
- 6.
Bij overtreding van de gedoogcriteria wordt de politie geïnformeerd. De politie maakt zo nodig proces-verbaal op. De politie informeert het Openbaar Ministerie.
Artikel 14. Optreden Openbaar Ministerie
Na ontvangst van de informatie van de politie beoordeelt het Openbaar Ministerie of er strafvervolging moet plaatsvinden. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie (Aanwijzing Opiumwet) geven praktische invulling aan het strafrechtelijk optreden op grond van de Opiumwet.
Onderhavige beleidsregel inclusief aanvraag- en verdelingsprocedure zoals genoemd in bijlage II, geldt in afwijking van artikel 2:19 lid 8 van de Algemene Plaatselijke Verordening, niet op het exploiteren van de bestaande coffeeshop (peildatum 01 februari 2025) tot 1 februari 2030. Dit betekent dat de bestaande coffeeshophouder zijn coffeeshop tot 1 februari 2030 zonder de vereiste exploitatievergunning en gedoogverklaring mag blijven exploiteren. Daarna zal de bestaande coffeeshophouder, net als alle andere eventuele gegadigden, mogen meedingen naar de vrij gekomen exploitatievergunning/gedoogverklaring overeenkomstig deze beleidsregel en de in bijlage II opgenomen aanvraag- en verdelingsprocedure. Dit betekent dat hoewel deze beleidsregel dus al eerder in werking zal treden overeenkomstig artikel 16, de gevolgen en daadwerkelijke toepassing van deze beleidsregel inclusief verdelingsprocedure, pas na de overgangstermijn zal plaatsvinden. Handhaving ten aanzien van de bestaande coffeeshop, zal aldus gedurende de overgangstermijn nog steeds plaatsvinden aan de hand van de aan de houder van de coffeeshop verstrekte gedoogbrief en de daarin opgenomen voorwaarden.
Dit beleid wordt bekend gemaakt door plaatsing in het digitale Gemeenteblad en door publicatie op overheid.nl.
Aanvraag- en verdelingsprocedure exploitatievergunning/gedoogverklaring coffeeshop Stadskanaal
Op de website van de gemeente Stadskanaal wordt bekend gemaakt dat er binnen het geldende maximumstelsel ruimte is ontstaan voor een exploitatievergunning/gedoogverklaring voor het exploiteren van een nieuwe coffeeshop op grond van artikel 13b Opiumwet. In de bekendmaking wordt verwezen naar het coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal en wordt nadere informatie verstrekt over de verdelingsprocedure.
- 1.
In voornoemde bekendmaking worden belangstellenden in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van acht weken een complete aanvraag in te dienen voor het exploiteren van een coffeeshop. De aanvraag wordt ingediend en uitsluitend in behandeling genomen met gebruikmaking van een daarvoor aangewezen formulier.
- 2.
Een aanvrager mag maar voor één coffeeshop een aanvraag indienen.
4. Toetsing aanvraag Wet Bibob
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Indien toepassing is gegeven aan het derde lid, kan de burgemeester de vergunning alsnog intrekken als het advies van het LBB daartoe aanleiding geeft. Dat betekent dat de exploitatie onmiddellijk na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving daarvan dient te worden gestaakt zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vorm van financiële compensatie.
De aanvraag voor een exploitatievergunning/ gedoogverklaring voor het exploiteren van een coffeeshop dient in ieder geval te bevatten:
- •
Ondernemingsplan met daarin in ieder geval:
- o
- o
- o
- o
Een beschrijving en waar mogelijk aangevuld met bewijsstukken, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de eisen zoals genoemd in de artikelen 8 (locatiecriteria), 10 (overige lokale eisen) en 11 (eisen aan de exploitant en leidinggevende(n)) van het Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt.
- o
- o
- o
- o
Een beschrijving van de concrete maatregelen die worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid.
- o
Een beschrijving van de wijze waarop de omgeving bij de voorbereiding van de aanvraag is betrokken, en als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn. Tevens dient te worden omschreven op welke wijze de exploitant gedurende de exploitatie van de coffeeshop in contact blijft met de omgeving en omgaat met klachten uit de omgeving.
- •
- •
- •
- •
- •
Een bewijsstuk waaruit blijkt dat de vestiging van de coffeeshop op de opgegeven locatie in overeenstemming is met het vigerende omgevingsplan en dus de functie ‘Horecabedrijven’ bevat. Indien een dergelijk passende bestemming ontbreekt dient een principebesluit te worden overgelegd waaruit blijkt dat het bevoegd bestuursorgaan bereid is planologische medewerking te verlenen;
- •
- •
- •
- •
- •
- 1.
Bij niet volledige aanvragen in de zin van artikel 5, worden aanvragers binnen vijf werkdagen na het aanvraagtijdvak, met toepassing van art. 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen tien werkdagen aan te vullen. De aanvraag dient uiterlijk op de laatste dag van het einde van het aanvultijdvak volledig te zijn ingevuld en ontvangen door de burgemeester.
- 2.
- 3.
7. Meer aanvragen dan beschikbare exploitatievergunningen /gedoogverklaringen
- 1.
Indien binnen het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 2, meer aanvragen voor een exploitatievergunning/ gedoogverklaring worden ingediend dan het aantal beschikbare exploitatievergunningen met daaraan gekoppelde gedoogverklaringen, vindt verdeling van de beschikbare vergunning/gedoogverklaring plaats door middel van loting.
- 2.
- 1.
Tot deelname aan loting worden uitsluitend toegelaten de aanvragen:
- a.
- b.
- c.
voldoen aan de eisen zoals genoemd in de artikelen 8 (locatiecriteria), 10 (overige lokale eisen) en 11 (eisen aan de exploitant en leidinggevende(n)) van het Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt (dit wordt getoetst aan de hand van de daartoe in het ondernemingsplan gegeven beschrijving en onderbouwing met eventuele bewijsstukken.
- 2.
- 3.
- 1.
- 2.
- 3.
10. Bepalingen over de gevolgen van de uitkomst van de loting
- 1.
De getrokken aanvragen komen in volgorde van trekking in aanmerking voor een inhoudelijke toets overeenkomstig artikel 11, en bij een positieve uitkomst van deze toets voor vergunningverlening/gedoogverklaring. Doordat op grond van het Coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal een maximumstelsel wordt gehanteerd, waarbij in de gemeente Stadskanaal slechts één exploitatievergunning/gedoogverklaring voor een coffeeshop wordt verleend, betekent dit dat de eerst getrokken aanvraag dus als eerste in aanmerking komt voor een inhoudelijke toets en bij een positieve uitkomst daarvan, voor verlening van de enige beschikbare vergunning/gedoogverklaring. Indien de inhoudelijke toets voor de eerst getrokken aanvraag niet leidt tot vergunningverlening, komt aldus de als tweede getrokken aanvraag in aanmerking voor de inhoudelijke toets en mogelijke vergunningverlening, enzovoorts.
- 2.
- 3.
- 4.
11. Inhoudelijke toetsing na loting
In volgorde van trekking worden de aanvragen inhoudelijk getoetst op respectievelijk aan:
- a.
- b.
- c.
12. Beoordeling invloed op de openbare orde / het woon- en leefklimaat
De verwachte invloed van de coffeeshop op het woon- en leefklimaat in de omgeving wordt beoordeeld. Relevante aspecten daarbij zijn onder andere, naast verkeerskundige aspecten (waaronder het voorzien in voldoende parkeergelegenheid en de gevolgen voor de bestaande verkeersstructuur), geluidsoverlast, vervuiling en/of aantasting van de sociale veiligheid. In aanvulling op deze criteria wordt voor elke locatie getoetst of een coffeeshop op de aangedragen locatie acceptabel is vanuit het oogpunt van openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid. Daarbij wordt rekening gehouden met het karakter van de straat of wijk van de aangedragen locatie, alsmede de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds bloot staat of zal komen te staan door de exploitatie. Dat kan betekenen dat, ondanks dat een locatie primair voldoet aan de gestelde locatiecriteria, een locatie alsnog niet geschikt wordt geacht om een coffeeshop te vestigen.
Indien de uitkomst van de beoordeling van de invloed op de openbare orde / het woon- en leefklimaat niet positief is, volgt een weigering van de aanvraag.