Artikel 1. Begrippen

Voor de toepassing van deze beleidsregels gelden de begrippen zoals opgenomen in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO).

Artikel 2. Beëindiging leefgeldverstrekking

• 1.

  De leefgeldverstrekkingen van alle gezinsleden wordt stopgezet op de eerste dag van de daaropvolgende maand, indien een meerderjarig gezinslid inkomsten heeft zoals beschreven in artikel 7 lid 2 van de RooO.

• 2.

  De leefgeldverstrekkingen worden minstens één maand ingehouden en worden pas weer opgestart indien de ontheemde bewijs aanlevert geen inkomsten te hebben.

• 3.

  Indien een kind van een familie volwassen wordt, wordt deze gezien als een apart individu.

• 4.

  Inkomsten van minderjarige kinderen worden niet meegenomen in de inkomstenberekening van meerderjarige gezinsleden.

• 5.

  Indien de inkomsten van de ontheemde niet hoog genoeg zijn om zonder leefgeld ‘redelijkerwijs te voorzien in het levensonderhoud’ kan er beroep worden gedaan op de hardheidsclausule, zoals gedefinieerd in artikel 8.

• 6.

  Indien de ontheemde minder inkomsten heeft dan het bedrag dat anderzijds aan leefgeld wordt ontvangen, wordt het inkomen van de ontheemde aangevuld tot het leefgeldbedrag.

Artikel 3. Verlof en ontruiming

• 1.

  Bij vertrek langer dan 48 uur dient de ontheemde de woonbegeleiders en/of de locatiemanager vooraf en tijdig te informeren over de datum van vertrek, de duur van het vertrek, en de datum van terugkeer.

• 2.

  Indien de opvang wordt beëindigd en daarbij de kamer van de ontheemde wordt ontruimd, worden de eigendommen van de ontheemde gedurende een maand bewaard en kunnen in die periode worden opgehaald.

• 3.

  In bijzondere omstandigheden kan de ontheemde de burgemeester gemotiveerd verzoeken het recht op opvang in stand te houden na de periode van 28 dagen.

Artikel 4. Heffen van eigen bijdrage

• 1.

  Er wordt pas overgegaan tot een inning van een eigen bijdrage zoals omschreven in artikel 8 van de RooO als de inkomsten van de ontheemde (en zijn gezin) minimaal gelijk zijn aan wat de familie anderzijds aan leefgeld had ontvangen, plus de hoogte van de eigen bijdrage voor het gezin, plus 15% besteedbaar inkomen.

• 2.

  Het bedrag bedraagt €105,- per meerderjarig persoon per maand, mits voldaan wordt aan lid 1, en een gezin betaalt maximaal twee keer de eigen bijdrage, wat uitkomt op €210,-.

Artikel 5. Toets op onevenredig nadeel

• 1.

  Indien de ontheemde het niet eens is met het voornemen of de beschikking, of het al redelijkerwijs bekend is dat de ontheemde financiële problemen heeft, moet er een toets op onevenredig nadeel worden uitgevoerd. Het is primair aan de ontheemde om relevante documentatie aan te leveren, dit bestaat onder andere uit, maar is niet beperkt tot:

  • a.

    inkomstenverklaring: loonstroken, uitkeringsspecificaties;

  • b.

    eigen verklaring: de ontheemde levert een eigen verklaring aan met tekst en uitleg.

• 2.

  Op basis van de verstrekte gegevens onder lid 1, wordt een ‘Toets op onevenredig nadeel’ gedaan, waarvan het besluit per brief aan de ontheemde wordt bekend gemaakt.

• 3.

  Als de inkomsten van de ontheemde, of het gezin, lager uitvalt dan het drempelbedrag van 15% zoals omschreven in artikel 4 lid 1, dan wordt er geen eigen bijdrage geïnd.

Artikel 6. Terugvorderingsbeleid leefgeldverstrekkingen

• 1.

  Indien een ontheemde inkomsten verborgen heeft gehouden, onjuiste gegevens heeft verstrekt, te veel leefgeld is overgemaakt, of ten onrechte leefgeld heeft ontvangen en de ontheemde daardoor meer leefgeld heeft ontvangen dan hij wettelijk hoorde te krijgen, mag er worden overgegaan tot terugvordering. Hierbij mag er niet meer worden teruggevorderd dan er is verstrekt. Daarbij geldt het navolgende:

  • a.

    in overleg met de ontheemde kan er een betaalregeling worden getroffen;

  • b.

    in overleg met de ontheemde kan er een gedeelte van de leefgeldverstrekking worden ingehouden.

• 2.

  De burgemeester kan in specifieke gevallen besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde leefgeldverstrekking indien aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    het redelijkerwijs te voorzien is dat de ontheemde niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden;

  • b.

    de ontheemde verhuisd is naar een onbekende locatie of buiten Nederland;

  • c.

    de ontheemde ‘niet redelijkerwijs in levenshoud kan voorzien’;

  • d.

    de ontheemde tenminste 12 maanden heeft afgelost en minimaal 50% van de vordering is afgelost;

  • e.

    de ontheemde vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten.

• 3.

  Kruimelbedragen: De burgemeester is bevoegd om in individuele situaties af te zien van (verdere) terugvordering als het totaal van de (restant)vordering(en) minder bedraagt dan € 50,- en het treffen van verdere invorderingsmaatregelen, naar het oordeel van de burgemeester niet (langer) doelmatig is.

Artikel 7. Invorderingsbeleid eigen bijdrage

Wanneer ontheemden niet (direct) aan de betalingsverplichting van de eigen bijdrage voldoen, is er voor direct invordering op dit moment geen grondslag in de wetgeving. Wel wordt in dat geval de gerechtelijke of buitengerechtelijke incassoprocedure opgestart. De volgende stappen dienen te worden gevolgd:

• a.

  vordering: de ontheemde wordt schriftelijk, door middel van een betalingsherinnering, of mondeling verzocht om de eigen bijdrage te voldoen. Eventueel kan een betalingsregeling getroffen worden indien de eigen bijdrage op meerdere maanden betrekking heeft.

• b.

  aanmaning: als de ontheemde niet betaalt of op het verzoek reageert, kan er een schriftelijke aanmaning worden verstuurd waarin de hoogte van de eigen bijdrage, de vervaldatum en de wijze van betaling vermeld wordt. De vervaldatum wordt gesteld op twee weken. De termijn gaat in op de dag waarop de aanmaning is verzonden.

• c.

  Incassoprocedure: Als de ontheemde na de aanmaning nog steeds niet betaalt, kan er worden overgegaan tot een gerechtelijke- of buitengerechtelijke incassoprocedure. Hierbij geldt het navolgende:

  • i.

    een incassoprocedure wordt pas gestart bij openstaande vorderingen boven de € 500,-, tenzij de vordering voortkomt uit de schending van de inlichtingenplicht;

  • ii.

    externe incassokosten worden verhaald op de debiteur in kwestie.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Mocht de leefgeldregeling zoals opgesteld in de beleidsregels niet voldoende ondersteuning bieden kan de burgemeester, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels wel recht heeft op een deel, of het gehele bedrag aan leefgeld indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 9. Inwerkingtreding, citeertitel en intrekking oude regeling

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking een dag na bekendmaking.

• 2.

  Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘de Beleidsregels opvang Oekraïense ontheemden gemeente Stadskanaal 2025’.

• 3.

  De Beleidsregels leefgeldverstrekking bij inkomsten uit arbeid of loondervingsuitkering worden gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.